De opzet
Academies en instituten binnen de hogeschool – en nog concreter: hun docenten – konden zélf aangeven waaraan behoefte was en kregen een eigen budget om dit vorm te geven. Elke school benoemde een ‘werkdrukregisseur’ om dit proces te coördineren. Bij de ene school werd dat een docent, bij de andere een teamleider.
Paula Smit, werkdrukregisseur binnen de Pedagogische Academie, licht toe
- Knelpunten in beeld
‘Ik ben gestart met het in kaart brengen van de knelpunten binnen onze academie. Het Medewerkerstevredenheidsonderzoek en nog een aanvullende enquête over werkdruk vormden mijn uitgangspunt. Daar kwamen twee aandachtspunten uit naar voren: de werk-privébalans en de autonomie van docenten.' - Quick wins aanpakken
‘Aan de hand van de gesprekken en uitkomsten uit stap 1, hebben we binnen de academie direct een aantal quick wins bepaald én uitgevoerd. Daar hadden we zelf de middelen voor. Deze quick wins richtten zich met name op de werk-privébalans.' - Experimenteren met financiële ondersteuning
‘Vanuit het College van Bestuur stelde een bedrag beschikbaar voor grotere experimenten binnen de academies en instituten. We konden een eigen voorstel indienen. Het experiment dat wij hebben uitgevoerd had te maken met de autonomie van docenten: ‘Invloed op baanopbouw’.’
In de uitgebreide beschrijving van het praktijkvoorbeeld kun je meer lezen over het experiment en wat het heeft opgeleverd.
Inbedding in de organisatie
Om de experimenten verder in te bedden in de hogeschool zijn diverse maatregelen genomen. In de uitgebreide beschrijving van het praktijkvoorbeeld kun je de genomen stappen doorlezen.
Tips
- Bottom-up werken, vanuit de docenten, is heel mooi. Maar het lukt alleen als het MT van je school het draagt en de middelen – de ruimte, de tijd en de mensen – aandraagt. Je moet echt samen de schouders eronder zetten om het te laten slagen.