zoeken

Op mijn trouwdag werd ik wakker in het ziekenhuis

Kop -Loef

Van werkdruk naar regisseur

"Op mijn eerste huwelijksjubileum werd ik wakker in het ziekenhuis met mijn vrouw aan het voeteneind. Al een half jaar liep ik rond met een keelontsteking, maar die negeerde ik. Te druk om er aandacht aan te besteden. Twee dagen ziekenhuisrust kregen de keelontsteking onder de knie en zo kon onze vakantie naar Amerika toch nog doorgaan. Collega’s en vrienden waren geschokt. Jeroen had toch nergens last van? Hij heeft het alleen maar altijd druk."

"Werkdruk is een sluipziekte. Het vreet aan je en ‘forceert’ je dingen te doen die eigenlijk niet goed voor je zijn. Je ziet het niet aankomen, maar de signalering komt eigenlijk altijd te laat. Toen ik hersteld was, besloot ik daar wat aan te gaan doen. Ik ben werkdrukregisseur geworden. Dat is een taak naast mijn werk als docent."

Energiebronnen vinden en aanboren

"Ik vond het moeilijk om mijn werk af te bakenen. Dacht dat ik alles alleen moest doen, omdat ik de enige ben die weet hoe bepaalde dingen moeten en omdat ik bevlogen ben.
Ook eens 'nee' zeggen op een werkverzoek vond ik lastig. In mijn werkdrukregisseurschap kom ik dat ook bij veel collega's tegen. Waar ook veel docenten tegenaan lopen is de versplintering van taken. Veel taken in kleine tijdsblokken, waardoor je niet echt in de flow kunt komen en continu moet schakelen.”

“Nadat ik onderuit was gegaan, heeft er een hogeschoolbreed onderzoek plaatsgevonden. Ons instituut scoorde, op één punt na, op alles oranje. Bij een schaal die loopt van rood naar oranje naar groen. Alleen het contact met collega’s schoot in het rood bij ons. Daar kwamen we niet aan toe."

"Uit een tweede test kwamen vier punten helder naar voren als werkdrukbronnen: gebrek aan taakeigenaarschap, te veel kleine taken, te weinig ruimte en tijd om afstand te nemen en gebrek aan contact met collega’s. Overleg en vooral ruimte en tijd om te bezinnen zijn essentieel voor goed onderwijs en borging van de kwaliteit. Taakeigenaarschap en de hoeveelheid kleine taken heeft vooral met 'nee' zeggen te maken en ook met verantwoordelijkheden en bevoegdheden.”

“Op bijna alles scoorde ik neutraal. Niet rood, niet groen, maar oranje. Alleen het contact met collega's sprong eruit als bovengemiddeld belangrijk voor me. Dat betekent dat ik daar veel energie uit haal. Maar helaas is er niet veel contact met collega's. Het werk als docent is nogal solistisch. De meeste docenten zonderen zich af in hun eigen lokaal en op hun eigen terrein. En ook voor het overige bleek ik dus weinig energiebronnen in mijn werk te kunnen aanboren. Dat verklaart waarom ik uiteindelijk omviel. Ergens veel tijd en energie in stoppen is niet erg, als het je ook maar oplaadt, energie geeft. Dat deed het dus niet bij mij."

Experiment zelfsturing

"Ik ben er bovenop gekomen met behulp van mindfullnesstechnieken. Ik heb daardoor beter inzicht gekregen in mijn doen en laten. Een ontwikkelassessment heeft mij ook geholpen bij de zoektocht naar rust. Ik heb daar beter leren inzien wat me energie kost en oplevert. Zo kost detailwerk me bijvoorbeeld veel inspanning. Er zijn collega's die daar veel beter in zijn."

"Na mijn terugkomst ben ik me gaan inspannen om de teamkracht meer in te zetten. Voor mezelf en voor elkaar. Zo heb ik m'n collega's gevraagd me te helpen bij het bewaken van mijn grenzen, bij het 'nee' zeggen tegen overbelasting en energievreters. We zijn als team anders gaan samenwerken. We zijn een experiment zelfsturing gestart. We kunnen studenten goed sturen, maar onszelf niet zo best. Alles wijkt altijd voor de studenten. Daarmee dreigen we te vaak probleemeigenaar te worden. Maar we zijn de student niet. We leren beter te ondersteunen, te coachen en los te laten. Ook zijn we in semesters in plaats van in kwartalen gaan werken. Dat geeft meer focus en vermindert de versplintering. Dat spaart iedereen veel energie. Deze maatregelen hebben mij erg geholpen. Het werk is druk, maar ik voel geen werkdruk en vooral voel ik me niet meer gehaast en opgejaagd."

Inholland-syndroom

"Sinds het gesjoemel bij Inholland is het hoger onderwijs doorgeschoten in controle en verantwoording. Dertig procent van onze tijd zijn we bezig met het invullen van formulieren. Daarvoor zijn we geen docent geworden natuurlijk. Dat frustreert. Het enthousiasmeert jongeren ook niet om het docentenvak in te gaan."

"Het werkdrukonderzoek en daardoor het starten van werkdrukregisseurs maakt bespreken van dergelijke energievreters mogelijk. We hebben vruchtbare gesprekken met de Raad van Bestuur. Het is zoeken naar oplossingen om het vak weer aantrekkelijk en gezond te maken. Dat kan alleen maar door met elkaar inzichten te delen, door de dialoog aan te gaan. En dat doen we goed. We werken echt overstijgend over opleidingen samen."

"Het hbo is in transitie. Nadat we zijn doorgeschoten in controlesystemen, zijn we het vakmanschap weer ruimte aan het geven. Interessant is dat de rooster- en programmabureau's daar erg open en constructief in meedenken. Daar was ik wel enigszins verbaasd over, eerlijk gezegd. Zij stonden voor mij toch model voor de regeldrift. Maar wat blijkt: we kennen elkaars werk en behoeftes eigenlijk onvoldoende. We gingen in gesprek, kwamen nader tot elkaar en zoeken samen naar oplossingen. Een voorbeeld van zo'n oplossing: docenten met een halve aanstelling laten we alleen nog maar les geven. Als ze aan al het vergader- en regelwerk mee moeten doen, blijft er eigenlijk geen lestijd over. En daar draait het uiteindelijk om in ons vak: goed onderwijs verzorgen."